Hoe kijk jij aan tegen het ontwerpveld in Eindhoven?
“Eindhoven omarmt design. Dat zie je aan de vele ontwerpers, broedplaatsen, studio's en evenementen in de stad. Ook ontstaan er steeds meer verbindingen tussen het ontwerpveld en de stad. Design en de culturele sector hebben al nauwe banden, maar ook andere sectoren ontdekken en omarmen de kracht van ontwerp. Daar ben ik heel blij mee. Natuurlijk is er ruimte voor verbetering. Ik zie graag dat er een nog betere connectie tussen de Eindhovense TDK-pijlers – techniek, design en kennis – ontstaat, en dat die connectie beter ingebed wordt in de dagelijkse praktijk. Dat mensen, kennis, inzichten en meningen dichterbij elkaar komen. Dat is ook hoognodig, als je het mij vraagt.”
Waarom is dat zo belangrijk?
“Ik noem deze tijd wel eens gekscherend ‘de eeuw van de designer’. We kampen met grote uitdagingen op allerlei vlakken, zoals vergrijzing, het klimaat en sociale vraagstukken. In Eindhoven zijn we bezig met een grote schaalsprong. Dat lijkt op het eerste gezicht iets wat ver van het ontwerpveld afstaat, maar designers kunnen hier juist een serieuze rol in spelen, omdat zij als geen ander in staat zijn om op een vernieuwende manier naar uitdagingen te kijken. Een uitdaging goed oplossen begint bij het formuleren van de juiste vragen. Dat is een van de kerncompetenties die ontwerpers bij ons leren.”
‘‘We willen een duidelijk zichtbare partner zijn en onze plaats innemen in de ontwikkelingen en uitdagingen van Eindhoven’’
Weten partijen jullie daar ook al voor te vinden?
“Je kunt niet achterover leunen en verwachten dat de rest van de wereld komt halen wat jij te bieden hebt. Die aansluiting zoeken we dan ook actief op. Wij sluiten als academie graag proactief aan op vraagstukken in de stad. Dat is niet altijd zo geweest. De Design Academy is heel internationaal, met meer dan 80% buitenlandse studenten. De aandacht voor de regio was mede daardoor de laatste jaren wat minder, maar die willen we nu opkrikken. We willen al onze internationale kracht in de regio brengen en ons graag nauw verbinden met onze omgeving. Op die manier willen we een duidelijk zichtbare partner zijn en onze plaats innemen in de ontwikkelingen en uitdagingen van Eindhoven.”
Buiten Dutch Design Week om is Design Academy Eindhoven vrij gesloten en mysterieus. Dat strookt niet helemaal met de verbinding die jullie willen zoeken met de stad. Hoe zie jij dat?
“Helemaal mee eens. Wij hebben nu geen ruimte op de begane grond van de Witte Dame. Geen etalage of plek waar je even binnen kan wandelen. Daardoor is de academie een gesloten box. Mensen weten wel een beetje wat we doen, maar dat is gehuld in mysterie. We zoeken naar een nieuwe locatie waar we wel de verbinding met de stad aan kunnen gaan. Bijvoorbeeld met een ontmoetingsruimte of een expositieruimte. Ik moet dan denken aan de koffiehoekjes die je sinds een jaar of 10 in veel boekwinkels hebt. Gewoon een fijne plek waar iedereen welkom is, waar je de sfeer kan meepikken en het werk van studenten kunt bekijken. Daarmee wordt het duidelijker wat we doen en hoe je ons kan bereiken.”
Hoe zorgen jullie verder dat jullie een rol in de regionale ontwikkelingen kunnen vervullen?
“Vanuit de academie zoeken we zo veel mogelijk samenwerkingen op, zodat onze studenten stage kunnen lopen of aan projecten in de praktijk kunnen werken. We verwachten zeker niet dat iedereen ruimte en tijd voor ons vrij kan maken. Vaak is samenwerken met designstudenten nog te nieuw en te abstract voor organisaties. Maar ik geloof erin dat het bedrijfsleven, de overheid en het ontwerpveld uiteindelijk dezelfde intenties hebben. En dat onze onderlinge connectie vanzelf beter wordt, als we het balletje maar aan het rollen houden. Dat klinkt misschien een beetje naïef, maar ik sta daar graag optimistisch in. We hebben bijvoorbeeld vriendenprogramma’s, waarin we samenwerken met diverse bedrijven en organisaties uit de regio, maar ook daarbuiten. Denk aan de gemeente, waterschappen en de GGZ, maar ook aan bedrijven als IKEA, Brabantia, Philips en ASML. En we krijgen er steeds meer nieuwe ‘vrienden’ bij.”
‘‘De combinatie van een compacte stad en de vele mogelijkheden hier is heel uniek.’’
Is het voor internationale studenten wel interessant om zich met de ontwikkeling van deze regio bezig te houden?
“We hebben hier eigenlijk een unieke ‘proeftuin’. In Eindhoven vind je een grote diversiteit aan succesvolle industrieën, er sprake van aanzienlijke schaalvergroting, en toch is het ergens een groot dorp. Projecten hier zijn vaak eenvoudiger, omdat de stad compacter is en de mensen meer verbonden zijn, dat zorgt voor korte lijnen. Het is hier zeker geen ‘ons kent ons’, ook hier moet je je best doen om de juiste connecties te maken, maar de combinatie van een compacte stad en de vele mogelijkheden hier is heel uniek. Dat is leerzaam voor studenten, maar ook zeker goed voor de regio. Werken aan lokale of regionale uitdagingen helpt namelijk ook om internationale studenten aan de regio te binden, waardoor we meer talent hier houden.”
Wat is er nog meer voor nodig om jong ontwerptalent hier te houden?
“Voor jong talent zijn de regio en het lokale ontwerpveld al heel interessant. Ik zie dat internationale studenten na hun studie gemakkelijk in studio’s als die van Nacho Carbonell of Kiki & Joost terechtkomen. Of voor zichzelf beginnen in een van de vele broedplaatsen. Echt niet iedereen gaat na het afstuderen direct weer weg. Maar we kunnen zeker stappen zetten om het nog aanlokkelijker te maken voor jong talent om hier te settelen. Voor mijn gevoel begint dat bij het inspelen op de basisbehoeften. Huisvesting is in Eindhoven echt een knelpunt. Zonder vast adres krijg je gedoe met het regelen van je verblijfsvergunning, je bankrekening, je verzekering, noem maar op. Veel 18-jarigen worden hier plots geconfronteerd met hele grote uitdagingen, waardoor Eindhoven niet bepaald voelt als een warm bad. Zit het wél goed met de basisbehoeften, dan geloof ik echt dat veel talent wil blijven. Daarnaast is het heel belangrijk dat we op plekken als Sectie-C, Plan-B en Strijp-S voldoende ruimte beschikbaar houden voor starters.”
‘‘Het is zaak dat de grote ontwikkelingen op technologisch vlak in balans blijven met kunst en cultuur. Yin heeft z’n yang nodig.’’
Heeft de gemeente de issues rondom huisvesting en betaalbare werkruimte voldoende in het vizier?
“Ik geloof van wel, maar de schaalsprong van de stad brengt heel veel uitdagingen met zich mee. We hebben niet alleen studenten om te huisvesten. Er zijn nog zoveel meer mensen. Die moeten hier ook fijn kunnen wonen, snel van A naar B kunnen reizen en hun kinderen naar school sturen, om maar wat te noemen. Wij als DAE vinden studentenhuisvesting heel belangrijk, maar beseffen dat het slechts een onderdeel is van een gigantische uitdaging waar de stad voor staat. Het is volgens mij vooral zaak dat de grote ontwikkelingen op technologisch vlak in balans blijven met de rest, zoals kunst en cultuur. Technologie is een van de grote drijfveren in de regio, maar yin heeft z’n yang nodig. Design kan bijdragen aan die balans, bijvoorbeeld door ontwerpers mee te laten denken over sociale vraagstukken of klimaatuitdagingen in de stad. Maar ook door design, kennis en technologie meer met elkaar te laten verweven.”
Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie studenten aansluiting vinden op het technologische ecosysteem in de regio?
“We bieden tegenwoordig meer onderwijs aan dat gerelateerd is aan technologie. Bijvoorbeeld de module Transdisciplinaire Design Networks. Een hele mond vol, maar deze module draait om het leren toepassen van digitale tools in onderling contact. Bijvoorbeeld metaverses. Door dat soort zaken in het onderwijs te brengen, worden onze studenten breder opgeleid en wekken we hun interesse voor tech, wat de aansluiting met die sector ten goede komt. Daarbij is ook goed om te weten dat we ons curriculum op de schop hebben genomen. We hadden vroeger echte departments, zoals food design of industrial design. Die hebben we niet meer. Studenten stellen met een modulair studiosysteem zelf hun curriculum samen, zodat ze de designer worden die zij vinden dat ze moeten zijn. Design gaat al lang niet meer alleen om objecten en voorwerpen. Design is veel breder geworden en met het nieuwe curriculum sluiten we meer aan op alle aspecten van vormgeven. Daarnaast proberen we steeds meer samen te werken met de Technische Universiteit Eindhoven en bedrijven in de technologische sector. We hopen er zo voor te zorgen dat de D écht tussen de T en K in komt te staan.”
Heb je nog een oproep aan bedrijven en organisaties in de stad?
“Behoud ruimte tot verbeelding. Blijf vragen stellen. Ga er niet vanuit dat je altijd de juiste vraag hebt gevonden. Designers kunnen als geen ander meedenken over de juiste vraag. En ook over de oplossing, natuurlijk. Heb je interesse in een samenwerking, of wil je meer weten over wat we doen? De koffie staat klaar!”